Coronapas leidt niet tot veel uitval van sportwedstrijden

De invoering van het corona toegangsbewijs voor de binnensporten heeft vooralsnog niet tot heel veel uitval van competitiewedstrijden geleid.

Vanaf zaterdag 6 november is een corona toegangsbewijs (CTB) noodzakelijk om deel te kunnen nemen aan binnensporten. Nadat het kabinet aanvankelijk had besloten om het CTB in te voeren voor de gehele breedtesport, werd mede door maatschappelijke druk en discussie in de Tweede Kamer besloten de coronapas alleen verplicht te stellen bij deelname aan binnensporten.

De Hogeschool van Arnhem en Nijmegen deed een rondgang bij vier grote binnensportbonden (basketbalbond NBB, handbalbond NHV, volleybalbond Nevobo en zwembond KNZB) over de uitval van sportwedstrijden door de invoering van het CTB. De bonden geven aan dat de uitval van wedstrijden die direct aan de invoering van het CTB gelinkt kunnen worden, beperkt is. Deze uitval varieerde in het eerste weekend van twee bondswedstrijden in het waterpolo (op een totaal van ca. 220) tot maximaal 10 van alle circa 750 basketbal wedstrijden. Ook voor handbal en volleybal gaat het om enkele losstaande gevallen. Voor het tweede weekend (13 en 14 november) lijkt de uitval vooralsnog nog lager te zijn dan voor het eerste weekend. Tegelijkertijd is er wel een substantieel en groeiend aantal wedstrijden dat wordt afgezegd vanwege coronagevallen.

Het lijkt er dus op dat de invoering van de coronapas niet heeft geleid tot grote uitval van sportwedstrijden. Er is geen zicht op het aantal sportdeelnemers dat niet is gaan sporten. Dit aantal zal mogelijk hoger zijn dan de circa 1% uitval van wedstrijden. De invoering van het CTB heeft weliswaar geleid tot de nodige logistieke en ander praktische problemen en maatschappelijke onrust, maar het heeft de sportcompetities dus niet ernstig verstoord. Onbekend is in welke mate het CTB in de binnensport heeft bijgedragen aan het verhogen van de vaccinatiegraad. Op lange termijn lijkt de impact van het CTB beperkt voor de sport, maar waarschijnlijk heeft het dan ook weinig effect op het verminderen van sociale contacten. Ernstigere maatregelen (zoals het verbieden van wedstrijden) zouden dat beoogde effect wel beter kunnen bereiken, maar ook grotere negatieve effecten kunnen hebben op het sport- en beweeggedrag en daarmee de volksgezondheid.

Voor meer informatie: Willem de Boer, onderzoeker sport & economie, Sports & Economics Research Cente, Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (willem.deboer@han.nl).